
Family & Friends. Ze staan het dichtst bij de deelnemers aan de Invictus Games. Zagen ze op hun slechtste momenten, gaven de duwtjes op het moment dat het nodig was. En luisterden. Of stimuleerden. Juist wat dan nodig was. Wij maakten een serie met Invictus Games-deelnemers en één of meerdere van hun Family & Friends. In deze laatste aflevering: de Nieuw-Zeelander Carl Booty (55) en zijn vrouw Debs. Zij kunnen ten gevolge van de coronapandemie, helaas, niet naar Nederland komen. Maar leven mee met de deelnemers die zich komende week in Den Haag verzamelen.
Door Edward Swier
Het is een welbekende vergissing. Carl Booty heeft namelijk al jaren zichtbaar last van zijn rug, hetgeen mede de reden was om de Luchtmacht te verlaten. Maar nee, niet die rug bracht Booty in contact met de Invictus Games-ploeg van Nieuw-Zeeland. Booty heeft namelijk, en dat vindt hij inmiddels geen moeilijk onderwerp meer, PTSS. “Ik heb me lang in nevelen gehuld, vond niet dat anderen van mijn problemen hoefden te weten. Inmiddels weet ik dat je er juist over moet praten. Dat is juist onderdeel van het herstelproces. Alleen dan kan je je beter gaan voelen.”
Als luchtmachtfotograaf zag hij in 2004 vreselijke dingen na de tsunami in Thailand (Phuket) en Indonesië (Banda Aceh). “Ik maakte beelden van de operatie van de New Zealand Defence Force, maar zag daarbij natuurlijk vooral ook veel dood en verderf. Dat telde zich op bij eerdere zaken die ik nog niet verwerkt had. Ik was een hoopje mens toen ik terugkwam, maar mijn vrouw en ik hebben het de eerste jaren niet of nauwelijks met anderen gedeeld.”
Dat hij zich aansloot bij het herstelprogramma in Nieuw-Zeeland is juist daarom van groot belang geweest, erkent Booty. “Het heeft me echt enorm geholpen. It’s huge. Ik was depressief, angstig, had slapeloze nachten, maar nu ben ik omringd door een groep mensen die me begrijpen. En die me kunnen helpen, door erover te praten. Bovendien maakt het sporten me beter. Ik voel me fitter. En kan mijn zinnen verzetten. Bij het boogschieten denk je aan niets anders dan je taak, je neemt het schotproces door. En als ik ga fietsen, verleg ik mijn grenzen. Ik had sinds mijn schooljaren niet meer op een fiets gezeten, maar nu voel ik me als ik terugkom altijd prettiger. Het brengt me, net als met het rolstoelbasketbal dat ik ook ben gaan doen, een hoop plezier. We zijn met ons B-team van de Auckland Breakers zelfs nationaal kampioen geworden. En ik ben boogschiettrainer voor een jeugdteam geworden. Dat was een openbaring voor mij, ik had dat echt decennia niet gedaan. Zoals ik ook pas weer ontdekte hoe leuk ik het vind om te sporten en mijn best te doen, ik ben best competitief ontdekte ik. Als ik op mijn fiets zit, wil ik altijd maar weer een klein beetje harder gaan. Dat verbaasde mezelf wel een beetje, eerlijk gezegd.’’
Debs: “Het heeft al met al dus veel meer invloed gehad dan we ooit hadden kunnen vermoeden.” Carls vrouw zag haar man flink opknappen sinds hij over zijn mentale problemen praat en zich bij de Invictus-community aansloot. Ook beseft ze dat het van belang is om haar man bij te staan. Family & Friends zijn van groot belang voor mensen met een fysieke beperking, maar voor veteranen en militairen met een mentale blessure is de steun misschien nog wel veel belangrijker. Debs: “Ik sta achter hem, ik steun hem in de rug. Meer is het niet, ik vind het eigenlijk vanzelfsprekend, heb dat tijdens ons huwelijk altijd al gedaan. Maar ik snap het belang er natuurlijk wel van. Al zal ik nooit alle ellende die hij meegemaakt heeft, kunnen begrijpen. Tuurlijk kun je erover praten, maar de impact van de geur en die doordringende beelden kan ik niet wegnemen. We hebben er gelukkig wel samen
over gesproken vanaf de dag dat hij terugkwam. Ik weet zelf ook nog wel hoe zijn uniform naar dode mensen stonk.’’
Er wordt, uit een soort van gewoonte, veel gelachen in huize-Booty. “Dat is een mechanisme, we lachen hier veel weg”, erkent Carl. “Al is het tegenwoordig ook vaak dat we lachen omdat we er weer meer plezier in hebben.”
Zo soms maakt Carl echter wel excuses. “Vroeger was ik vaak voor langere tijd van huis, op missie. Of voor een langdurige opdracht. Daarna had ik ervoor gekozen vaker thuis te zijn. Maar door mijn betrokkenheid bij de Invictus Games heb ik vaker sportieve verplichtingen en trainingen, ben ik weer geregeld ’s avonds weg. Eigenlijk doorloop ik dit proces voor mezelf én mijn familie, maar ben ik er vervolgens vaak weer niet. Maar ik geloof dat ze dat wel kunnen accepteren”, zegt Booty lachend. “Debs heeft al veel minder leuke momenten moeten meemaken, de tijd dat ik met depressies en paniekaanvallen kampte. Zeker in de tijd na de tsunami heb ik me vaak verstopt. Ik ben jaren niet met mijn familie naar het strand geweest, verzon altijd wel een smoes om niet te gaan.’’
Nu is dat minder een issue. Gesprekken hebben Carl geholpen te herstellen, zijn sportieve inspanningen leveren ook een bijdrage. Het was trouwens dubbel feest op de dag dat Carl hoorde dat hij geselecteerd was voor de Invictus Games namens Nieuw-Zeeland. Debs: “Op die dag trouwde onze zoon met zijn vriend. Dus het geluk kon die dag niet op.”
Maar hoe hard en enthousiast Booty ook trainde, hij en zijn familie – en de andere leden van de Nieuw-Zeelandse delegatie – zullen niet naar Den Haag komen. Om uiteenlopende redenen hebben een aantal landen af moeten zeggen, ook Nieuw-Zeeland. De coronamaatregelen van het land waren de laatste twee jaren streng, en al in de winter werd besloten niet naar Nederland af te reizen. “Dat was natuurlijk een flinke tik. Het hakt er best in, er zijn flink wat tranen gevloeid toen we het bericht kregen. Maar er is wel veel begrip voor natuurlijk. Je hebt dan heel even het gevoel: ik heb helemaal voor niks getraind. Maar dat is natuurlijk onzin, je hebt er altijd baat bij. Het gaat er vooral om dat we het gevoel hebben dat we de reis met ons team, de persoonlijke reis bovendien, nog niet hebben afgemaakt. Dat zullen we nu in 2023 in Düsseldorf doen. Het is belangrijk dat iedereen in onze ploeg de reis alsnog kan afmaken.”
Debs: “Het is natuurlijk mentaal toch best lastig dat Carl en zijn teamgenoten niet naar Den Haag kunnen. Dat voelt toch als een gemis. We hadden echt enorm veel zin om naar Den Haag te komen, hadden graag iedereen ontmoet.”
Het team van Nieuw-Zeeland was dolgraag bijeengekomen tijdens het openingsweekeinde van de Invictus Games, ook al was het dan letterlijk aan de andere kant van de wereld. Carl: “We voelen ons toch met de rest verbonden, hadden graag een haka voor iedereen gedaan.”